Begrippenlijst

4G

4G is ook wel bekend onder de naam LTE (Long Term Evolution) en is sinds 2010 op de markt. Het is de vierde generatie van het mobiele datanetwerk en de opvolger van de 3G-technologie. 4G is gericht op een stabielere internetverbinding en sneller internet. Hiermee kan je tot wel 100 Mb per seconde downloaden, wat fijn is tijdens het streamen, online gamen of het doen van andere activiteiten waarbij veel dataverkeer nodig is. 

5G

5G is de opvolger van 4G en tevens de nieuwste versie van het mobiele datanetwerk. De dekking en het bereik van het internet zijn fors verbeterd ten opzichte van oudere versies, waardoor er supersnel internet mogelijk is. Er kan tot wel 20.000 Mb per seconde gedownload en ge-upload worden met jouw smartapparaat en daarnaast kan je met 5G zelfs zaken als virtual reality en zelfrijdende auto’s laten werken. Wil je 5G kunnen ontvangen, dan heb je een smartapparaat nodig met een ingebouwd 5G-modem. De meeste apparaten hebben dit inmiddels.

Abonnement

Een abonnement is een overeenkomst tussen een leverancier van een dienst of product en de afnemer hiervan, ook wel abonnee genoemd. Je gaat hiervoor een contract aan met jouw gekozen provider en betaalt maandelijks een bepaald bedrag om gebruik te kunnen maken van internet, telefonie en/of televisie. Soms is een abonnement maandelijks opzegbaar en soms sluit je hem af voor een langere periode, bijvoorbeeld een jaar. Vaak geldt dat hoe langer de abonnementsduur is, hoe minder je betaalt per maand. 

Abonnementsopties 

Abonnementsopties zijn verschillende opties van een abonnement, die worden aangeboden door de dienstverlener, zoals een streamingdienst of provider. Voorbeelden van opties zijn de prijs, tijdsduur en inhoud van het abonnement, zoals de kwaliteit van de media en de mogelijkheid om advertenties te verwijderen. Doordat leveranciers abonnementsopties aanbieden, kan de klant een gepersonaliseerd abonnement uitkiezen, die het beste bij zijn of haar wensen en budget past. 

ADSL

ADSL staat voor Asymmetric Digital Subscriber Line, wat asymmetrische digitale abonneelijn betekent. ADSL biedt internetverbinding via de ouderwetse koperen telefoonlijn. De voordelen hiervan zijn een constante en stabiele verbinding met het internet, wat op nagenoeg elk adres beschikbaar is. De verbinding is asymmetrisch omdat het ontvangen van data (downloaden) sneller gaat dan het verzenden (uploaden) ervan.

Bandbreedte

Bandbreedte wordt vaak uitgedrukt in bits of bytes per seconde (bps of Bps) en staat voor de hoeveelheid data die tegelijkertijd via jouw internetverbinding kan worden ontvangen en verzonden binnen een bepaalde tijd. Simpel gezegd zegt het dus iets over de snelheid van een internetverbinding, bijvoorbeeld hoe snel een website laadt of hoe snel een video verstuurd kan worden.

Bandbreedtebeperking

Bandbreedtebeperking is het door de internetprovider doelbewust beperken van de snelheid van het internet. Dit kan in algemene zin, maar dit kan ook gelden voor specifieke gebruikers, apparaten of toepassingen die bijvoorbeeld hele grote hoeveelheden data verbruiken. Dit wordt meestal gedaan om overlast te voorkomen tijdens drukke periodes op het internet. Hierdoor krijgt iedereen een eerlijk deel van de beschikbare bandbreedte.

Bandbreedtebeperking wordt vaak verward met throttling, waarbij bij het beperken van de internetsnelheid vaak meer naar specifieke situaties wordt gekeken, ongeacht de databelasting. 

Cashing

Met cashing wordt relevante data tijdelijk in het geheugen (de cache) van het computersysteem opgeslagen als je bijvoorbeeld een website bezoekt of een applicatie gebruikt. Dit is een efficiënte functie die gebruikt wordt om bijvoorbeeld de laadtijd van eerder bezochte websites te verkorten en het energieverbruik van jouw apparaat te reduceren. De benodigde informatie is immers al beschikbaar op het apparaat en hoeft niet opnieuw verwerkt te worden. De inhoud van de cache wordt enkel bewaard zolang het nodig is om te gebruiken en kan in de instellingen van jouw apparaat ook gewist of aangepast worden.

Datavolume

Het datavolume is de totale hoeveelheid data die binnen een bepaalde tijdsperiode kan worden ontvangen (gedownload) en verzonden (ge-upload) via het internet. Het datavolume wordt meestal uitgedrukt in een aantal gigabytes (GB) of terabytes (TB) per maand en de hoeveelheid varieert per internetprovider en -abonnement. Je verbruikt datavolume onder andere door streamen en het bezoeken van websites.

DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)

Het DHCP is een technologie dat automatisch IP-adressen en andere communicatieparameters toewijst aan apparaten die verbinding maken met het internetnetwerk. Zo hoeven deze niet handmatig door een netwerkbeheerder toegewezen te worden. Het DHCP kijkt welke IP-adressen er vrij zijn, wijst ze toe, houdt toezicht op het gebruik ervan en neemt het IP-adres terug als het apparaat wordt uitgeschakeld. In veel thuisnetwerken neemt de router deze taken op zich.

DNS

DNS staat voor Domain Name System. Het is een soort digitaal telefoonboek, welke gebruikt wordt om voor ons leesbare domeinnamen, zoals www.providervergelijken.nl, om te zetten naar de bijbehorende nummers van het IP-adres van die specifieke website. Hadden wij geen DNS, dan hadden wij deze IP-adressen zelf moeten onthouden en invoeren in de adresbalk van onze internetbrowser. Al deze domeinnamen en IP-adressen worden bewaard in zogenoemde DNS servers.

DNS Server

Zie ook DNS. Wereldwijd staan er bijna een half miljard domeinnamen geregistreerd, welke bewaard worden op zogenoemde DNS servers. Deze servers zijn dag en nacht bezig om de bijbehorende IP-adressen te zoeken achter de domeinnamen die wij intikken in de URL-balk van onze internetbrowser. Zo komen wij razendsnel op de juiste website terecht. De DNS servers staan daarnaast continu met elkaar in verbinding om informatie over alle websites up-to-date te houden.

Downloadsnelheid

De downloadsnelheid is de snelheid waarmee data vanaf het internet naar een apparaat met internetverbinding kan worden overgebracht. Deze snelheid wordt vaak uitgedrukt in megabits per seconde (Mb/s of Mbps). Een hogere downloadsnelheid betekent onder andere dat bestanden van het internet sneller op jouw apparaat staan, dat je sneller kan streamen en dat webpagina’s sneller laden. De downloadsnelheid kan wisselen per internetprovider, abonnement en internettechnologie. Zo is de snelheid bij gebruik van bijvoorbeeld glasvezel meestal hoger dan bij (A)DSL.

Downstream

Downstream betekent letterlijk ‘stroomafwaarts’ en deze term staat voor de datastroom van het internet naar jouw eigen apparaat. Over het algemeen wordt met downstream beschreven hoe snel gegevens kunnen worden gedownload van het internet, bijvoorbeeld tijdens het streamen, bekijken van een website of het downloaden van een bestand. Hoe sneller de downstream, hoe sneller je kan downloaden. De tegenhanger van downstream is upstream, waarbij geldt dat data meestal sneller downstream gaat dan upstream.

Dual-band

Dual-band is een ingebouwde technologie in bepaalde apparatuur, waaronder wifi-routers. Met dual-band worden twee verschillende frequentiebanden, meestal 2,4GHz en 5GHz, gebruikt om draadloze signalen te verzenden en te ontvangen. De band van 2,4GHz heeft een groot bereik en kan daarom veel apparaten ondersteunen. Echter is hij wel gevoelig voor storing. De band van 5GHz daarentegen heeft een sneller signaal en minder storing, echter is het bereik maar klein. Dual-band apparaten kunnen zelf schakelen tussen de frequentiebanden en telkens diegene kiezen met het beste signaal op dat moment. Het gebruik van dual-band zorgt daarmee dus voor sneller en stabieler internet.

Ethernet

Ethernet is een type internetverbinding met zogenoemde ethernetkabels, waarmee je alle benodigde apparaten in jouw lokale thuisnetwerk met elkaar verbindt, bijvoorbeeld een computer met een printer. De internetkabels vanuit de provider zijn verbonden met jouw router, waardoor internet jouw huis binnen kan komen. De ethernetkabels zijn hier simpelweg een verlenging van en zorgen voor een veilige, snelle en stabiele internetverbinding in het thuisnetwerk. Als je een ethernetkabel in jouw apparaat plugt, heb je direct internetverbinding en hoef je verder niks in te stellen.

Ethernetkabel

Een ethernetkabel wordt ook wel een UTP- of FTP-kabel genoemd. De kabel wordt gebruikt om netwerkapparatuur in jouw lokale thuisnetwerk met elkaar te verbinden, zodat ze snel en betrouwbaar data kunnen uitwisselen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verbinden van een router met een computer en van een computer met een printer. De kabels hebben aan beide uiteinden een zogenoemde RJ45-connector, een stekkertje die in de ethernetpoorten van je netwerkapparaat passen.  

Externe IP-adres

Een extern IP-adres wordt ook wel een openbaar IP-adres genoemd en is een uniek nummer dat door de door jou gekozen internetprovider aan jouw router of modem wordt toegewezen. Met dit nummer kan jouw lokale thuisnetwerk verbonden worden met het openbare internet en kunnen netwerkgebruikers van buiten dit netwerk, zoals websites of andere compujters, wel met jouw netwerk communiceren. Een soort huisadres dus, maar dan voor de online wereld.

Fair Use Policy

Fair Use Policy, ofwel FUP, betekent letterlijk ‘eerlijk gebruiksbeleid’. Het bestaat uit richtlijnen en beperkingen die internetproviders opstellen voor de klant, zodat iedereen eerlijke toegang heeft tot alle internetbronnen. Het exacte beleid kan per provider verschillen, maar een voorbeeld van zo’n richtlijn is dat klanten de afgenomen diensten (bijvoorbeeld het internet) normaal dienen te gebruiken. Gebeurt dit niet, dan kunnen providers ingrijpen door onder andere overmatig dataverbruik te beperken of te vertragen. Zo wordt overbelasting van en overlast voor alle gebruikers van het internet voorkomen. 

Firewall

Een firewall is een beveiligingsmechanisme voor je netwerkapparaat, in de vorm van software. Het is in feite een digitale beveiligingsmuur die je computer en lokale thuisnetwerk beschermt tegen gevaren van buitenaf, zoals hackers en malware. Het controleert al het internetverkeer wat jouw apparaat binnenkomt en uitgaat en blokkeert alle data die niet veilig of goedgekeurd is. Een firewall beschermt jouw systeem dus tegen ongewenste indringers. Welke data precies wordt geblokkeerd, wordt bepaald aan de hand van geldende en vooraf ingestelde regels en protocollen.

Gigabit 

Zie ook gigabit per seconde (Gbps). Gigabit is een eenheid voor de snelheid van een internetverbinding of gegevensoverdracht en is de vergrotende trap van megabit (Mb). Termen als downloadsnelheid en uploadsnelheid worden normaliter uitgedrukt in gigabit per seconde (Gbps of Gbit/s), waarbij 1Gbps betekent dat er één miljard hele kleine stukjes data (bits) per seconde kunnen worden verzonden en ontvangen. Om de hoge gigabit-snelheden te halen heb je geschikte apparatuur nodig.

Let wel op: Een gigabit is iets anders dan een gigabyte, wat de eenheid is voor een bestandsgrootte. 

Gigabit per seconde (Gbps)

Zie ook gigabit. Gigabit per seconde is een eenheid voor de snelheid van een internetverbinding of gegevensoverdracht en is de vergrotende trap van megabit per seconde (Mbps). Termen als downloadsnelheid en uploadsnelheid worden normaliter uitgedrukt in gigabit per seconde (Gbps of Gbit/s), waarbij 1Gbps betekent dat er één miljard hele kleine stukjes data (bits) per seconde kunnen worden verzonden van en ontvangen op jouw netwerkapparaat. Hoe hoger het aantal Gbps, hoe sneller en soepeler de internetverbinding werkt. Hoeveel gigabit per seconde je nodig hebt in jouw thuisnetwerk is afhankelijk van het aantal apparaten en personen die (tegelijkertijd) gebruik maken van de internetverbinding.

Gigabyte

Gigabyte is een maateenheid voor de hoeveelheid digitale informatie van een bestand of van het opslaggeheugen van een apparaat. Het is de vergrotende trap van megabyte, de verkleinende trap van terabyte en één gigabyte bestaat uit één miljard bytes. Over het algemeen gebruiken we deze termen om aan te geven hoeveel data, zoals besturingssystemen, video’s en geïnstalleerde programma’s, we op een apparaat kunnen opslaan. 

Let op: Een gigabyte is niet hetzelfde als een gigabit, wat de snelheid van het internet aangeeft. 

Glasvezel

Glasvezel is een vezel van glas, welke zo dun is als haar. Met deze vezel kan data worden verstuurd en ontvangen door middel van lichtsignalen, met de snelheid van het licht. Het wordt dan ook gebruikt om internetverbinding mogelijk te maken, als supersnel alternatief voor bijvoorbeeld koperdraden. Grote voordelen zijn dat de upload- en downloadsnelheden vrijwel gelijk zijn en dat de technologie weinig gevoelig is voor storing en signaalverlies. Echter is het op de meer afgelegen plekken in het land nog niet aangelegd en dus ook niet te gebruiken.

Hotspot 

Een hotspot is een fysieke locatie met een toegangspunt voor draadloos internet. Je vindt ze meestal op openbare plaatsen, zoals in cafés of op luchthavens. Verbinding maken met een hotspot gaat meestal op dezelfde manier als verbinding maken met het draadloze internet thuis. Je zoekt in de wifi-instellingen op jouw netwerkapparaat de naam van de hotspot op, klikt hem aan en volgt de stappen. Soms moet je eerste een wachtwoord invoeren of je aanmelden op een website. Heb je verbinding gemaakt, dan gebruik je het internet van de locatie waar de hotspot zich bevindt en niet langer jouw eigen mobiele data. 

IPS (Internet Service Provider)

Een IPS wordt in de volksmond wel internetprovider genoemd en is een organisatie die internettoegang aanbiedt aan particulieren en bedrijven. Internetproviders kunnen gebruik maken van verschillende technologieën, zoals internet via kabel of draadloos internet. Naast het leveren van een internetverbinding kan een IPS ook andere producten of diensten aanbieden, waaronder webhosting en domeinnamen. Wil je gebruik maken van de diensten van een internetprovider, dan moet je een abonnement afsluiten. Tussen providers kunnen verschillen te vinden zijn in prijs en kwaliteit, bijvoorbeeld in de download- en uploadsnelheid of de klantenservice. 

IP-adres

IP-adres staat voor Internet Protocol-adres, een uniek identificatienummer dat elk apparaat en elke website krijgt als hij verbonden is met het internet. Het fungeert als een soort huisadres, maar dan online, waardoor jij wereldwijd geïdentificeerd kan worden. Het nummer zorgt ervoor dat verstuurde data op de juiste plek aankomt in het wereldwijde complexe internetnetwerk en dat netwerkapparaten, zowel in een lokaal als openbaar netwerk, data kunnen versturen naar en ontvangen van elkaar. Een IP-adres bestaat uit een reeks getallen en/of letters. Hoeveel dit er zijn en hoe deze zijn ingedeeld, is afhankelijk van de IP-versie (zie ook IPv4 en IPv6). Voorbeelden zijn 102.168.0.1 en 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:03707:7334.

IPv4

IPv4 staat voor Internet Protocol versie 4 en wordt gebruikt om elk netwerkapparaat een uniek identificatienummer, oftewel IP-adres, te geven. Via deze vierde versie kunnen 4,3 miljard unieke adressen worden aangemaakt, elk bestaande uit vier sets van getallen die gescheiden worden door punten. Een voorbeeld van een IPv4-adres is 192.168.0.1. IPv4 kan door de enorme groei van het internet niet voldoende unieke adressen aanmaken om elk netwerkapparaat te voorzien. Daarom is er een transitie gaande naar IPv6, de nieuwere versie van het internetprotocol.

IPv6

IPv6 staat voor Internet Protocol versie 6, de opvolger van IPv4. IPv6 wordt gebruikt om elk netwerkapparaat een uniek identificatienummer, oftewel IP-adres, te geven. Deze bestaan uit een serie van getallen en letters die gescheiden worden door dubbelepunttekens, bijvoorbeeld 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:03707:7334. IPv6 kan, in tegenstelling tot IPv4, een bijna onbeperkt aantal unieke IP-adressen genereren. Momenteel zijn internetproviders langzaam aan het overstappen op IPv6, zonder dat het gevolgen heeft voor jou als gebruiker. 

Jitter

Verstuurde data komt niet altijd op exact hetzelfde moment aan op de bestemming, vaak door digitale onregelmatigheden. Met jitter geef je de onregelmatigheid aan die ontstaat tussen het versturen en het ontvangen van een online opdracht, bijvoorbeeld bij het aanklikken van een website, gemeten in milliseconden (ms). Een lage jitter betekent dat data in de meeste gevallen op dezelfde tijd aankomt als dat het wordt verstuurd en geeft daarmee een stabiele internetverbinding aan. Een hoge jitter daarentegen staat voor onregelmatige aankomsttijden van data, in relatie tot wanneer het verstuurd is. Dit kan zorgen voor problemen, zoals haperingen en instabiele internetverbindingen bij bijvoorbeeld (video)bellen. 

Kabelinternet

Met kabelinternet maak je verbinding met het internet via een coaxkabel, een televisiekabel met twee concentrische aders. Ziggo, en wat kleinere regionale providers, zijn de enige die nog kabelinternet aanbieden. Tegenwoordig bestaat het kabelnetwerk voor meer dan 95% uit glasvezel en wordt de coaxkabel enkel nog gebruikt voor het vervoeren van het internet vanaf een wijkcentrale tot aan een huis. Toch is kabelinternet ongeveer even snel als glasvezel en geeft het een stabiele internetverbinding.

LAN (Local Area Network)

Met LAN wordt een privé netwerk aangeduid die ten minste twee netwerkapparaten in een klein gebied met elkaar verbindt, bijvoorbeeld in een huis of bedrijfspand. Dit kan via ethernetkabels, maar ook draadloos via wifi (WLAN of Wireless LAN). Het doel van een LAN is dat apparaten, zoals een computer en printer, snel en efficiënt data en bestanden met elkaar kunnen uitwisselen en kunnen samenwerken. Hiervoor hoef je niet per se verbinding te hebben met het openbare internet. Heb je dit wel, dan kan je jouw LAN ook aansluiten op een groter (internet)netwerk, een WAN (Wide Area Network) genoemd.

Latentie

Zie ook Latentietijd. Latentie, ook wel latency genoemd, is de vertraging tussen de start van een online actie en het moment waarop deze actie ook daadwerkelijk plaatsvindt (de reactie). Latentie wordt vaak gemeten in milliseconden (ms) en door middel van ping. Er is in een online netwerk altijd sprake van enige vertraging, die verdeeld kan worden in hoge- of lage latentie. Hoe lager de latentie van jouw netwerk, hoe sneller en soepeler de internetverbinding. Een lage latentie is met name belangrijk bij online gamen, streamen en real-time interacties zoals videobellen. 

Latentietijd

Zie ook Latentie. De latentietijd is de mate van vertraging tussen de start van een online actie en het moment waarop deze actie ook daadwerkelijk plaatsvindt (de reactie). De latentietijd wordt gemeten in milliseconden (ms) en betekent hetzelfde als de pingtijd. Hoe lager de latentietijd, hoe sneller de actie en reactie tussen verschillende netwerkapparaten. Een hoge latentietijd kan leiden tot hapering en vertraging bij online activiteiten, zoals gamen, streamen en videobellen. 

Load Balancing

Load balancing is letterlijk vertaald belastingverdeling. Het is apparaat met een technologie om de werklast van het internetverkeer gelijkmatig te verdelen over verschillende servers, netwerkapparaten en/of bronnen. Hierdoor worden onder andere internetfiles, -uitval en –storingen opgevangen en blijft het internetnetwerk zo optimaal en efficiënt mogelijk werken, met name in druktepieken. Een load balancer komt enkel in actie als het nodig en bepaalt real time welke servers het beste kunnen worden gebruikt. 

MAC-adres

MAC staat voor Media Access Control. Een MAC-adres is een uniek identificatienummer wat door de fabrikant aan elk gefabriceerd hardware-onderdeel wordt toegewezen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld computers, ethernetkaarten en routers. Door dit nummer wordt hardware herkend, waardoor er tussen netwerkapparatuur in jouw lokale (thuis)netwerk efficiënt samengewerkt kan worden. Een MAC-adres bestaat uit zes sets van twee cijfers of letters, bijvoorbeeld 00:1A:2B:3C:4D:5E en verandert, in tegenstelling tot een IP-adres, nooit van nummer.

Megabit 

Zie ook megabit per seconde (Mbps). Megabit is een eenheid voor de snelheid van een internetverbinding of gegevensoverdracht en is de vergrotende trap van kilobit (Kb). Termen als downloadsnelheid en uploadsnelheid worden normaliter uitgedrukt in megabit per seconde (Mbps of Mbit/s), waarbij 1Mbps betekent dat er één miljoen hele kleine stukjes data (bits) per seconde kunnen worden verzonden en ontvangen. 

Let wel op: Een megabit is iets anders dan een megabyte, wat de eenheid is voor een bestandsgrootte. 

Megabit per seconde (Mbps)

Zie ook megabit. megabit per seconde is een eenheid voor de snelheid van een internetverbinding of gegevensoverdracht en is de vergrotende trap van kilobit per seconde (Kbps). Termen als downloadsnelheid en uploadsnelheid worden normaliter uitgedrukt in megabit per seconde (Mbps of Mbit/s), waarbij 1Mbps betekent dat er één miljoen hele kleine stukjes data (bits) per seconde kunnen worden verzonden van en ontvangen op jouw netwerkapparaat. Hoe hoger het aantal Mbps, hoe sneller en soepeler de internetverbinding werkt. Hoeveel megabit per seconde je nodig hebt in jouw thuisnetwerk is afhankelijk van het aantal apparaten en personen die (tegelijkertijd) gebruik maken van de internetverbinding.

Megabyte 

Megabyte is een maateenheid voor de hoeveelheid digitale informatie van een bestand of van het opslaggeheugen van een apparaat. Het is de vergrotende trap van kilobyte, de verkleinende trap van gigabyte en één megabyte bestaat uit één miljoen bytes. Over het algemeen gebruiken we deze termen om aan te geven hoeveel data, zoals besturingssystemen, video’s en geïnstalleerde programma’s, we op een apparaat kunnen opslaan. 

Let op: Een megabyte is niet hetzelfde als een megabit, wat de snelheid van het internet aangeeft. 

Megahertz

Megahertz is de maateenheid voor frequentie. Met deze eenheid kan je aangeven hoe vaak een bepaalde handeling zicht herhaalt binnen één seconde. In de computerwereld wordt onder andere de snelheid van een computer of ander elektronisch apparaat weergegeven in megahertz. Hoe hoger het aantal hertz, hoe sneller het apparaat informatie kan verwerken. Eén megahertz is gelijk aan één miljoen hertz, wat inhoudt dat er één miljoen bewerkingen per seconden kunnen worden gedaan. Hoeveel hertz een elektronisch apparaat nodig heeft om goed te functioneren, is afhankelijk van het soort apparaat en jouw eigen wensen.

Mobiele datanetwerk

Het mobiele datanetwerk maakt het mogelijk voor mobiele apparaten, zoals een smartphone, om (bijna) overal een draadloze verbinding te maken met het internet. Verspreid over het land staan vele mobiele netwerktorens, die internetsignalen verzenden en ontvangen, waardoor die verbinding mogelijk is. Als je hiervan gebruik wil maken heb je echter wel een internetabonnement nodig en voldoende beschikbare data.

Modem

Modem is een afkorting van Modulator-Demodulator. Het is een apparaat waarmee analoge signalen worden vertaald naar digitale signalen en andersom. Via het modem komt er internet vanaf de internetprovider jouw woning binnen. Vanaf het modem kan dit internet, via een kabel, naar één netwerkapparaat worden verzonden zodat jij verbinding kan maken met het internet. Wil je met meer netwerkapparaten verbinding maken of wil je draadloos internet bewerkstelligen, dan heb je naast het modem ook een (ingebouwde) router en -acces point nodig.

NAT (Network Address Translation)

Door de internetprovider wordt er aan elk netwerkapparaat een apart IP-adres toegewezen. NAT is een technologie, ingebouwd in elke router, die de door jouw internetprovider toegewezen IP-adressen samenvoegt in één WAN-IP-adres zodra je verbinding maakt met het openbare internet. Je maakt hiermee dus via één openbaar IP-adres verbinding met het internet, terwijl alle netwerkapparaten in jouw eigen kleine netwerk ook via aparte IP-adressen met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. Dit biedt extra veiligheid, omdat jouw apparaten van het lokale thuisnetwerk niet direct zichtbaar zijn voor andere gebruikers. 

NAT Type

NAT Type staat voor Network Address Translation type en is een instelling in jouw router die onder andere bepaalt in hoeverre jouw lokale thuisnetwerk volledige verbinding maakt met het openbare internet. Er worden over het algemeen drie types onderscheiden, namelijk: 

  • NAT Type 1 (Open)
  • NAT Type 2 (Gemiddeld/Moderate) 
  • NAT Type 3 (Strikt)

Met een open verbinding kan je zonder beperkingen gebruik maken van het internet. Beperkingen kunnen leiden tot problemen, bijvoorbeeld bij het spelen van online games. Daarom is de term NAT Type veelvoorkomend in de online gamewereld. Het NAT Type veranderen is in veel gevallen mogelijk door middel van port forwarding.

Netneutraliteit

Netneutraliteit betekent dat internetproviders al het internetverkeerd gelijk moeten behandelen, zonder het beperken, blokkeren of juist voorrang geven van bijvoorbeeld bepaalde websites, gebruikers of apps. Door netneutraliteit wordt censuur en oneerlijke concurrentie voorkomen en vrijheid van meningsuiting en innovatie bevordert. Zo hebben alle gebruikers dezelfde toegang tot het web en kunnen we alles probleemloos bekijken, ongeacht de hoeveelheid data die iemand verbruikt of de content die iemand bekijkt. 

Netwerkbeheerder

Een netwerkbeheerder zorgt ervoor dat het computernetwerk op elk moment goed functioneert, dat het voldoet aan alle beveiligingseisen en dat alle internetbronnen beschikbaar zijn voor de gebruikers. Zijn belangrijkste taken zijn het installeren, onderhouden, repareren en updaten van netwerkapparatuur, servers en werkstations. De taken komen overeen met die van een systeembeheerder, maar beide verschillen toch iets van elkaar. 

Netwerkdekking

De netwerkdekking geeft aan hoe goed de beschikbaarheid is van een draadloos communicatienetwerk in een bepaald gebied. Dit kan een groot of klein gebied zijn, binnen of buiten en kan zowel gaan om het mobiele (data)netwerk als om wifi. Is de netwerkdekking goed, dan kunnen gebruikers in dat gebied zonder problemen bellen en internetten. Over het algemeen is de netwerkdekking in Nederland tenminste 95%, zowel op het platteland als in de stad. 

Netwerkdekking wordt soms verward met bereik, wat staat voor de mate waarin jouw telefoon het signaal van een zendmast kan ontvangen.

Ping

Zie ook Latentie. Ping wordt gebruikt om de latentie te meten, dus de vertraging tussen de start van een online actie en het moment waarop deze actie ook daadwerkelijk plaatsvindt (de reactie). Ping meet dus in milliseconde (ms) hoe lang een datapakketje erover doet om van jouw netwerkapparaat naar een websiteserver te gaan en om weer terug te komen. Hoe lager de ping, hoe sneller en vloeiender jouw internetverbinding is. Dit is belangrijk voor onder andere online gamen en videobellen.

Pingtijd

Zie ook Ping. De pingtijd is de tijd die het kost om een datapakketje van jouw netwerkapparaat naar een websiteserver te laten gaan en om het weer terug te laten komen, om het heen-en-weer te sturen dus. Het wordt weergegeven in milliseconde (ms), waarbij een pingtijd onder de 50 ms nodig is om ongestoord te kunnen internetten. Voor real-time interacties, zoals bijvoorbeeld online gamen, is zelfs een pingtijd onder de 20 ms nodig. Er geldt altijd dat hoe sneller je ping is, hoe lager de pingtijd en hoe sneller en vloeiender jouw internetverbinding.

Portaal

Een portaal is een centrale plek, bijvoorbeeld een website of platform, waar vanaf je toegang hebt tot allerlei andere externe bronnen. Dit kunnen websites zijn, maar ook bijvoorbeeld e-mailprogramma’s, applicaties en entertainment. Een portaal kan voor iedereen beschikbaar zijn op het openbare internet, zoals een start- of hoofdpagina op het internet, maar kan ook speciaal gemaakt worden voor een bedrijf of organisatie. In het laatste geval kan het ook zijn dat het portaal alleen beschikbaar is op hun lokale netwerk.

Port forwarding

Port forwarding is een techniek, ingebouwd in de router, waarmee specifieke netwerkapparaten in een lokaal netwerk (LAN) toch kunnen worden herkend van buitenaf. Het privé IP-adres van dat apparaat wordt via port forwarding achterhaald, ook al bevindt het zich achter een firewall. Het voordeel daarvan is dat computersystemen die niet in hetzelfde lokale netwerk zitten toch data kunnen uitwisselen. Een voorbeeld hiervan is dat je via een computer op het werk toegang kan krijgen tot folders die thuis op je laptop staan opgeslagen. De werkcomputer geef je in dat geval toegang tot jouw eigen LAN.

Providerkeuze

Providerkeuze staat voor jouw beslissing bij welke provider jij een internet abonnement afsluit. Een provider is een organisatie die diensten kan leveren in de vorm van (mobiel) internet, (mobiele) telefonie en/of televisie. Voor de daadwerkelijke keuze worden verschillende providers vaak eerst met elkaar vergeleken. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar verschillen in prijs, dekking, snelheid en klantenservice, waarna de provider wordt gekozen die het beste bij iemands wensen en eisen past. 

QoS (Quality of Service)

Met Quality of Service wordt elke techniek bedoeld die bijdraagt aan het managen en verdelen van de beschikbare bandbreedte van een internetverbinding, zodat aan elke gebruiker zijn behoefte wordt voldaan. Zo wordt er bijvoorbeeld voorrang gegeven aan real-time interacties zoals spraak- en videoverkeer, zodat deze altijd vloeiend kunnen verlopen. Andere niet real-time interacties, zoals e-mail, Netflix en Youtube komen daarna pas aan de beurt. 

Router

Een router zorgt ervoor dat een internetsignaal vanaf het modem doorgestuurd kan worden naar meerdere netwerkapparaten, om zo een lokaal netwerk (LAN) te creëren. Dit kan door middel van ethernetkabels of wifi, hoewel je voor de laatste optie ook een los of ingebouwd access point nodig hebt. De router is daarmee het centrum van jouw thuisnetwerk en de reden dat verschillende netwerkapparaten binnen dat netwerk met elkaar kunnen samenwerken. Daarnaast is de router één van de drie apparaten die je nodig hebt om een draadloze wifi-verbinding tot stand te brengen.

Routerconfiguratie

Routerconfiguratie is simpel gezegd het wijzigen van de instellingen van je router. Je kan via de router onder andere de netwerknaam (SSID) aanpassen, een beveiligingssleutel of IP-adressen instellen, de bandbreedte beheren of bepaalde poorten openzetten (port forwarding). Door het juist configureren van je router kunnen netwerkapparaten in jouw lokale netwerk veilig met elkaar samenwerken en kan je probleemloos (draadloos) internetten.

Routering

Routering is een techniek die door de router wordt uitgevoerd. Deze techniek zorgt ervoor dat data die vanaf een netwerkapparaat wordt verstuurd via de snelste, veiligste en meest efficiënte route op zijn bestemming aankomt. De router fungeert hierbij als een soort digitale verkeersregelaar en volgt een online wegenkaart om de meeste geschikte route op dat moment te bepalen. 

Satellietinternet

Satellietinternet biedt internetverbinding via geostationaire satellieten, ook wel communicatiesatellieten genoemd. Bij deze vorm van internet maak jij via een eigen schotelantenne op jouw huis verbinding met de communicatiesatelliet van jouw internetprovider, die het signaal vervolgens doorstuurt naar een zogenoemd grondstation. Dit grondstation voorziet jou van een internetverbinding. 

Het grote voordeel van satellietinternet zijn dat het wereldwijd volledig draadloos beschikbaar. Een nadeel is wel dat de verbinding over het algemeen betrouwbaar, maar trager en duurder is.

Service Level Agreement (SLA)

Een Service Level Agreement is een overeenkomst tussen de leverancier en afnemer van een bepaalde dienst. Hierin staan de rechten en plichten van beide partijen beschreven en eventuele boetes en compensaties bij het niet nakomen hiervan. Zo weet de klant precies wat hij kan verwachten van de leverancier en wordt de leverancier gemotiveerd om kwaliteit te leveren. Een SLA bevat enkel randvoorwaarden en geen specifieke doelen of resultaten.

Streaming

Streaming betekent het in een constante stroom verzenden en ontvangen van kleine datapakketjes via het internetnetwerk, terwijl de inhoud ervan bij binnenkomst op jouw netwerkapparaat direct bekeken of beluisterd kan worden. Het is dus, zoals bij downloaden het geval is, niet nodig om eerst het gehele bestand op jouw apparaat te hebben staan. Je bespaart zo een hoop downloadtijd en opslagruimte en wordt daarom veel gebruikt voor video, muziek en games. Belangrijkste streamingdiensten zijn onder andere Netflix, NLZIET en Spotify.

Streamingdienst

Zie ook Streaming. Een streamingdienst is een soort software programma waar vanuit je media kan streamen naar jouw netwerkapparaat. Je kan zo, afhankelijk van de streamingdienst, video, games en/of muziek bekijken, spelen en beluisteren op jouw apparaat, zonder het eerst volledig te hoeven downloaden. Een streamingdienst heeft over het algemeen een uitgebreide bibliotheek met zoekfunctie. Populaire voorbeelden zijn Spotify, Netflix en NLZIET.

Throttling

Throttling is het door de internetprovider doelbewust beperken van de snelheid van het internet. Dit kan worden gedaan in periodes van grote drukte op het internet, maar vaker wordt gekeken naar specifieke gebruikers, apparaten of toepassingen die bijvoorbeeld hele grote hoeveelheden data verbruiken of fake news verspreiden. Bepaalde diensten en/of gebruikers worden hier dus mee bevoordeeld of beperkt. 

Throttling wordt vaak verward met bandbreedtebeperking, waarbij het beperken van de internetsnelheid vaak in algemenere zin wordt toegepast, bij extreme drukte op het internet. 

Thuisnetwerk

Een thuisnetwerk is een verzameling van minimaal twee netwerkapparaten die met elkaar verbonden zijn in een huis, draadloos of via ethernetkabels. Binnen zo’n netwerk kunnen de apparaten data met elkaar uitwisselen en hebben ze toegang tot gedeelde bronnen. Zo kan je bijvoorbeeld streamen via een Google Chromecast op je televisie of kan je draadloos printen vanaf je laptop. Wil je een thuisnetwerk bewerkstelligen, dan heb je daarvoor in ieder geval een modem en een (ingebouwde) router nodig. 

Uploadsnelheid

De uploadsnelheid geeft de snelheid weer waarmee data vanaf een netwerkapparaat naar het internet kan worden verzonden. Uploaden doe je bijvoorbeeld als je bestanden op de Cloud of sociale media zet of zelf een live video streamt. De uploadsnelheid wordt meestal uitgedrukt in megabits per seconde (Mbps) of gigabits per seconde (Gbps), waarbij geldt dat hoe hoger het aantal bits per seconde, hoe sneller de bestanden op het internetnetwerk staan. De maximale snelheid kan onder andere variëren per internetprovider, abonnement en gebruikte technologie. 

Upstream

Upstream betekent letterlijk ‘stroomopwaarts’ en deze term staat voor de datastroom van jouw eigen netwerkapparaat naar het internet. Over het algemeen wordt met upstream beschreven hoe snel gegevens kunnen worden ge-upload van het internet, bijvoorbeeld tijdens het versturen van e-mails of het delen van bestanden. Hoe sneller de upstream, hoe sneller je kan uploaden en de gegevens op het internet staan. De tegenhanger van upstream is downstream, waarbij geldt dat data meestal sneller downstream gaat dan upstream.

Uptime

Uptime staat voor de tijd dat een bepaald internetsysteem beschikbaar is voor gebruikers in een bepaalde periode, zoals een maand of een jaar. Het wordt berekend door de hoeveelheid tijd dat het systeem beschikbaar was te delen door de totale tijd van die periode en wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger de uptime, hoe stabieler het systeem en hoe minder storingen en uitval. 99,999% uptime is het doel van de meeste providers en wordt beschouwd als een hoge beschikbaarheid. 

VPN (Virtual Private Network)

Met een VPN leg je een soort beveiligde en versleutelde tunnel aan tussen jouw netwerkapparaat en de betreffende VPN server. Hierdoor kunnen internetactiviteiten die je doet, bijvoorbeeld het versturen en ontvangen van data, door andere gebruikers van het openbare internet niet meer herleid worden naar jou. Enkel de VPN aanbieder zelf kan dit nog. Een VPN koppelt hiervoor aan jouw apparaat of thuisnetwerk een nieuw IP-adres, eventueel uit het buitenland, en wisselt deze regelmatig. Het is handig voor persoonlijk gebruik, om je veiliger te voelen, maar ook voor organisaties om hun gegevens te beschermen en veilig op afstand te kunnen werken.

WAN (Wide Area Network)

Een Wide Area Network is een groot en overkoepelend netwerk dat meerdere LAN met elkaar verbindt over een bepaald geografisch gebied, van een stad tot wereldwijd. Het verbindt, via openbare netwerken zoals telefoonlijnen en glasvezelkabels, een gigantisch web van netwerkapparatuur met elkaar en maakt het verzenden en ontvangen van data op grote afstanden mogelijk. Het bekendste voorbeeld van een WAN is het openbare wereldwijde internet.

Wi-Fi

Wi-Fi staat voor Wireless Fidelity en is een technologie die een draadloze (internet)verbinding mogelijk maakt in een lokaal netwerk. Dit is niet per se een verbinding met het openbare internet. Het maakt gebruik van radiosignalen, waardoor netwerkapparaten draadloos data naar elkaar kunnen verzenden en van elkaar kunnen ontvangen. Wifi wordt verspreid vanaf één of meerdere vaste punten in een gebouw, afhankelijk van waar zich access points bevinden. 

WISP (Wireless Internet Service Provider)

Een Wireless Internet Service Provider is een internetprovider die geen ondergrondse kabels gebruikt om internet te leveren aan de klant, maar die dit doet door middel van draadloze technologieën, zoals radiosignalen of een satellietverbinding. Ze installeren hiervoor meestal antennes op hoge locaties, zodat het signaal over een zo groot mogelijke afstand verzonden kan worden. Klanten kunnen vervolgens verbinding maken met het internet via een speciale server. Deze vorm van internet is vooral in afgelegen gebieden erg populair.

Besparen op je internet abonnement?

Doe de postcodecheck en ontdek welk internet abonnement op jouw adres mogelijk is.