Wat is internet en hoe werkt het?

Wat is het internet

Het internet is een afkorting voor interconnected networks, wat staat voor onderling verbonden netwerken. Dat vat eigenlijk de essentie van het internet ook mooi samen. Het internet is een wereldwijd openbaar netwerk (world wide web) van computers die met elkaar verbonden zijn. Dit zorgt ervoor dat mensen over de hele wereld met elkaar kunnen communiceren en informatie kunnen uitwisselen.

Deze verbinding tussen al die computers zorgt voor ontzettend veel mogelijkheden. Chatten, streamen, e-mail, spelletjes spelen, informatie zoeken, websites bekijken, websites maken en alle bekende streamingdiensten als Youtube, Netflix en Amazon bestaan dankzij het internet.

Om het internet goed te laten werken zijn er afspraken gemaakt over internetprotocollen voor gegevensuitwisseling tussen computers. Ieder apparaat dat op het internet kan, krijgt een eigen IP-adres. Met dit adres wordt je apparaat deel van het netwerk en kan het met meerdere en andere apparaten communiceren. Je kunt gebruik maken van het internet door middel van een kabel, maar ook draadloos via WiFi of mobiele netwerken.

Hoe is internet ontstaan?

De geschiedenis van het internet start in 1957. De uitvinding van het internet kwam eigenlijk door de lancering van Spoetnik I door de Sovjet Unie (Rusland) in 1957. Door de lancering van Spoetnik werd het voor de Amerikanen duidelijk dat ze niet zo sterk waren als ze dachten. Het Amerikaanse ministerie van defensie was daarom op zoek naar een nieuwe technologie voor een manier van communicatie die niet af te luisteren was. De Amerikaanse communicatie liep tot die tijd namelijk via één centrale. Dat was een makkelijk doelwit en slecht beveiligd. Daarom schakelden de Amerikanen het onderzoeksbureau ARPA in om een oplossing te bedenken.

Wie heeft het internet uitgevonden?

Uit het onderzoek van ARPA werd in 1969 een computernetwerk bedacht die niet af te luisteren viel. Vier computers in vier verschillende universiteiten werden met elkaar verbonden. Als een van deze lijnen wegviel, dan bleef de verbinding gewoon werken via de andere drie computers. Deze verbinding werd bedacht door Paul Baran en Donald Davies en werd Arpanet genoemd. Zo ontstond het eerste internet.

Maar het Arpanet was duidelijk nog niet het wereldwijd computernetwerk van nu. Deze computernetwerken bleven zich ontwikkelen. De term internet zoals we het nu kennen werd voor het eerst gebruikt in 1974, in een document van Vinton Cerf en zijn manager Bob Kahn.

De uitvinder van het world wide web is Tim Berners-Lee. Hij voegde twee technieken samen, namelijk internet en hypertext. Zo maakte hij de eerste website. Ook bedacht hij de browser. Door middel van de browser kun je een website bekijken. Tim Berners-Lee en Rober Cailliau hebben standaarden zoals HTML en HTTP ontwikkeld, hebben software geschreven om deze te gebruiken en hebben die software ook aan de wereld beschikbaar gesteld. Nog zo’n voorbeeld van een standaard die bedacht is, is de WiFi standaarden.

Hoe lang bestaat internet al?

Het Arpanet is dus in 1969 van de grond gekomen en in 1974 werd voor het eerst over internet gesproken in de vorm die wij nu kennen.

In 1993 werd het gebruik van het internet opengesteld voor het grote publiek. Daarvoor werd het internet alleen opengesteld voor overheid en onderwijs. In 1994 was Pizza Hut een van de eerste bedrijven ter wereld die het wereldwijde web commercieel inzette door de mogelijkheid te bieden om online bestellingen te doen. Pas in 1996 was het internet bij bijna iedereen bekend en gingen meer mensen er gebruik van maken.

Het internet bestaat dus al meer dan 50 jaar en het blijft altijd in ontwikkeling. Vroeger was het internet helemaal niet zo vanzelfsprekend en nu kunnen we het niet meer wegdenken uit ons dagelijks leven. Internet is overal. Denk aan Reclames voor bijvoorbeeld Netflix in bushokjes, het scannen van een QR-code en advertenties van online shops. Maar ook met Whatsapp, social media en televisie maken wij dagelijks gebruik van het internet.

Hoe werkt internet?

We weten nu dus wanneer, hoe en door wie het internet uitgevonden is. Maar hoe werkt internet nou eigenlijk? Best een lastige vraag, met ook best een lastig antwoord. Wij hebben geprobeerd het zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.

Internet adres

Het begint met een internet adres. Elke ‘locatie’ op het internet heeft een eigen adres, een Internet Protocol-adres (IP-adres). Elke verbinding op het internet heeft dit. Denk daarbij aan een server waar een website op staat, maar ook je internetverbinding thuis en op het werk. Dit nummer bestaat uit een 111.111.111.111, waar tussen de puntjes een getal van 1 tot en met 255 kan staan. Dat maakt dus ook dat het aantal IP-adressen beperkt zijn (tot 4,3 miljard stuks) en het einde is letterlijk in zicht. Vandaar dat er nu ook IPv6 adressen zijn (oorspronkelijk was het IPv4).

Een IP-adres kan je dus eigenlijk zien als een huisadres van een woning en bepaalt jouw plek op het internet, evenals de plek van je website op het internet.

Netwerk

Als je van je huis naar de supermarkt gaat, volg je een weg. In deze context ben jij het pakketje (de data die van A naar B gaat) en is de weg die je volgt ‘het netwerk’. Het internet is niet echt één netwerk, maar het zijn heel veel netwerken die aan elkaar verbonden zijn.

Thuis heb je misschien een netwerkje met een paar laptops en telefoons die verbonden zijn met de lokale Internet Service Provider (ISP), zoals KPN of Ziggo. Soms is er een kleine ISP en zit daar een regionale ISP tussen. Daarboven zitten weer grote netwerken die de data op groter gebied verbinden, de zogenaamde Network Service Providers (NSP’s). Deze moeten met meerdere Metropolitan Area Exchanges (MAE’s) verbonden zijn.

Als jouw internetprovider een storing heeft, dan heb jij geen internet. Zou een grote exchange geen internet hebben, dan zullen vele miljoen mensen geen internetverbinding hebben. Een NSP moet dus met een aantal exchanges gekoppeld zijn om internetstoringen op grote schaal te voorkomen.

Een voorbeeld daarvan is de AMS-IX, het grote knooppunt in Nederland dat het merendeel van het Nederlandse internet gekoppeld heeft. Zie zo’n knooppunt als een heel brede snelweg die daarmee aansluit op andere snelwegen. Door zo’n ‘snelweg’ af te sluiten, kan een land of gebied zich ook afsluiten van het ‘grote internet’ of met filters censuur toepassen op ‘externe informatie’.

Pakketjes

Via het netwerk wordt data verspreid. Jij bezoekt bijvoorbeeld een website. Vanaf jouw computer wordt dat signaal verzonden, je modem (modulator/demodulator) zet dat vervolgens om naar pakketjes die het netwerk worden ingeschoten.

De meeste verbindingen van het internet zijn fysiek via glasvezel gelegd. Dat houdt dus letterlijk in dat er in de grond in Europa veel glasvezel ligt. De verbindingen naar de VS zijn ook grotendeels fysiek, er liggen grote glasvezelkabels op de bodem van de oceaan. Koppelingen via satellieten kunnen ook, maar dat is doorgaans trager.

Domeinnamen

In het begin hadden we het over IP-adressen. In principe was het internet dusdanig opgezet dat er tussen twee cijferreeksen communicatie kan plaatsvinden. Al snel werd duidelijk dat het niet praktisch is om nummerreeksen te onthouden, maar dat een woord (de domeinnaam!) dit behoorlijk vergemakkelijkt. Daarvoor is de Domain Name Service (DNS) in het leven geroepen. DNS zorgt ervoor dat een domeinnaam wordt omgezet naar een IP-adres. Wanneer je dus in een browser een domeinnaam invult, zal de DNS deze omzetten naar het bijbehorende IP-adres en je pakketjes naar de gewenste computer of server op het internet sturen.

Zoals gezegd, het world wide web is redelijk complex.

Veelgestelde vragen